Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [7]De zot vouwt zijn handen samen, en [8]eet zijn eigen vlees. 7. De schrift noemt zotheid, of dwaasheid, al hetgeen tegen Gods Woord strijdt; hier is een zot zoveel te zeggen als een luiaard; en hier wordt de aard der luiaards en der achtelozen, die de handen niet uitsteken tot de arbeid, van de Prediker gesteld tegen de aard der naarstigen en der kloeken, van wie hij vs.4 gesproken heeft; en hij wil te verstaan geven dat onaangezien het zeer verdrietig is de haat der bozen onderworpen te zijn vanwege zijne kloekheid en naarstigheid, het desniettemin grote dwaasheid is, luiledig zijn leven te verslijten. 8. Dat is gelijk wij gemeenlijk spreken de dwaas eet zichzelven op; dat is hij verteert al wat hij heeft en hij vervalt eindelijk in zulke armoede dat hij in hartzeer en armoede zijn vlees en bloed verteert.